Gelukkig merk ik in de vrijgemaakte kerken een beweging van veroordeling naar liefdevol verdragen van elkaar. Opmerkelijk en niet verrassend is dat de ultra-vrijgemaakten geen deel uitmaken van deze beweging en dat ook niet willen en/of kunnen. Het is te merken bij een groep als 'een-in-waarheid'. Verdieping in het standpunt van de ander is niet hun sterkste kant, verificatie van hun mening over anderen wordt bewust vermeden, hun oordeel is dan ook vaak ongemeen hard en pijnlijk. Het is ook te zien bij de nieuwe vrijgemaakten. In deze groep die zich nog maar een aantal jaren geleden heeft losgemaakt van de vrijgemaakte kerken gaat de versplintering door veroordeling onverminderd hard door. Een bericht vandaag in het ND laat dat maar weer eens schokkend zien. Hoor en wederhoor worden gemist, conclusies worden bij voorbaat al getrokken, en de gemeente in Zwolle vergadert plotsklaps opgedeeld op twee verschillende locaties. De geschorste ouderling die aan het woord wordt gelaten beroept zich voor zijn actie op het ambt: ik heb als ambtsdrager conform het kerkrecht zorg te dragen voor de schapen, dus moesten we wel op een andere locatie bijeen komen. Hij vergeet dat in het kerkrecht ook is bepaald, tot in het ondertekeningsformulier aan toe, dat je je als ambtsdrager gedurende de tijd van schorsing schikt naar het oordeel van de kerkenraad. Dat dient de kudde meer dan gelijk je conclusies te trekken op basis van je vermeende gelijk.
Eigenlijk wil ik hier helemaal niet over schrijven. Maar het ND-bericht raakte mij omdat je in deze ultra hoek nog steeds in scherpe vormen tegenkomt wat in het vrijgemaakte DNA zit. Ik geloof dat deze innerlijk verdeelde groep dan ook weinig toekomst heeft. Geen wonder als de liefde van Christus zo ondersneeuwt. Het wordt dan overigens ook ijzig koud in de kerk.
Het is mijn verlangen voor de vrijgemaakte kerken dat daar vanuit en door de liefde geleefd wordt. Dat we elkaar in liefde uitnemender achten dan onszelf. Trots is een van de grote zonden van onze tijd, denk ik.
De enige manier om daar van los te komen is niet langer als een trotse hen rond te lopen en je te gedragen alsof jij een god bent die alles beter weet, maar alleen vol ontzag trots te zijn op je Heer die Koning is. Opnieuw bepaalt het mij bij de noodzaak van ontzag en verwondering in de omgang van mensen met God; en vervolgens ook van mensen in relatie tot elkaar. Als je namelijk vol ontzag en bewondering bent voor God, kun je zachtmoedig zijn naar mensen om je heen. In onze zwakheid wordt Gods kracht zichtbaar.
Het oordeel is niet veilig in onze handen. Het oordeel hoort aan het kruis genageld. Alleen dan is er bevrijding.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten